Buurtkrant voor Ondiep en Pijlsweerd
De Noordwester

Huisartsenzorg in Utrechtse probleemwijken

Home »  Geen categorie »  Huisartsenzorg in Utrechtse probleemwijken

Huisartsenzorg in Utrechtse probleemwijken

27 februari, 2017

Huisartsen uit achterstandswijken en hun ondersteunende Achterstandsfondsen luidden samen met het programma Alles is Gezondheid begin februari  de noodklok onder de titel: ‘Zorg om Zorg in Nederland’. Gezondheidsverschillen nemen toe, zorg leveren in een achterstandswijk vergt meer van een professional dan gebruikelijk en het wordt steeds moeilijker om huisartsen te vinden die een vacature in een achterstandswijk willen opvullen. De stad Utrecht doet niet onder voor de andere grote steden waar het de achterstandproblematiek betreft. Toch is er ook positief nieuws te melden ten aanzien van de huisartsenzorg in probleemwijken. Utrecht heeft een aantal sterke punten. Twee jaar na de omvangrijke stelselwijziging is de samenwerking tussen medisch en sociaal domein vergevorderd; de huisartsen zijn stedelijk goed georganiseerd en de Domstad heeft een actief Achterstandsfonds dat via innovatieve projecten de zorg in de achterstandswijken ondersteunt en op die manier in de lucht helpt houden.

Vacatures in praktijken in achterstandswijken blijven  lang onvervuld; jonge huisartsen hebben moeite om de veeleisende praktijk te kunnen combineren met een gezinsleven en lopen tegen de complexe problematiek van veel patiënten aan. Bewoners van achterstandswijken ervaren een slechtere gezondheid dan elders in Utrecht. Een slechtere gezondheid uit zich bijna altijd in lichamelijk pijn en bij pijn ga je naar de dokter. De wachtkamers zitten vaak vol en een deel van de patiënten komt regelmatig terug. Die slechtere gezondheid wordt veroorzaakt door een opeenstapeling van problemen. Moeite om (financieel) rond te komen, discriminatie, laaggeletterdheid, licht verstandelijke beperking, woon- en relatieproblemen, eenzaamheid, zwaar fysiek werk of juist werkloosheid, problemen met justitie, verslaving en depressieve klachten… in wisselende combinaties veroorzaken deze klachten veel pijn, letterlijk. Daar kun je als huisarts in een tien minutenconsult weinig aan helpen. En dat frustreert.

Huisartsen in achterstandswijken besteden tussen de 20 tot 60 % van hun tijd (Nivel onderzoek naar werkbelasting onder huisartsen) aan niet-directe patiëntenzorg. Daarbij kun je denken aan het overleggen met  familie van de patiënt, allerlei instanties en het uitzoeken van alternatieven. Die tijd kunnen ze in veel gevallen niet declareren.

Achterstandsfonds

De belasting van huisartsen in achterstandswijken is al langer een punt van zorg. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) richtten in 1996 een aantal achterstandsfondsen op. Sinds die tijd worden huisartsen in achterstandsgebieden (beperkt) gefaciliteerd in financieel en organisatorisch opzicht. Doel van de achterstandsfondsen is om te voorkomen dat de beschikbaarheid van de huisartsenzorg in achterstandsgebieden in gevaar zou komen.

Voor de steden Utrecht en Amersfoort is de Stichting Utrechts Fonds Achterstandswijken (Stichting UFA) werkzaam. Het UFA financiert allerlei projecten met als doel de werklast van de huisartsen te verminderen en de zorg voor de patiënten toegankelijk te houden.

Ruim twintig jaar na de oprichting van de fondsen, lijkt de werkdruk alleen maar toegenomen. Een deel valt te verklaren door de stelselwijziging die per 2015 inging: de zogeheten decentralisaties van zorg, werk en jeugdhulp, ook wel genoemd: de ‘transities in het sociale domein’ (Awbz naar Wmo, Participatiewet, Jeugdwet). Dit zorgde voor onduidelijkheid bij professionals in de zorg: bij wie moet ik nu aankloppen? Anderzijds zijn er de stijgende premies van de zorgverzekering in combinatie met een eveneens stijgend eigen risico dat voor veel bewoners in de achterstandwijken financieel niet of nauwelijks op te brengen is. Het resultaat is dat mensen met een kleine portemonnee niet hun medicijnen ophalen (want daarvoor moeten ze betalen) en niet de doorverwijzing (naar bijvoorbeeld fysiotherapeut, diëtiste of psycholoog) opvolgen. Zij blijven zitten met hun klachten en komen terug bij de huisarts, want die is gratis.

Projecten UFA voor de zorgverleners

Het Utrechts fonds voor de Achterstandswijken richt zich zowel op de zorgverleners als op de patiënten. Ten aanzien van de zorgverleners stimuleert het UFA de kennisontwikkeling van de betrokken huisartsen, zoals bijvoorbeeld scholing op de praktijk en via een jaarlijkse studiereis samen met Gemeentes, GEZ en Buurtteams en het ontwikkelen van een officiële leergang. Immers, het ‘dokteren’ in een achterstandswijk vraagt een andere instelling en andere vaardigheden dan wanneer je in bijvoorbeeld Leidsche Rijn of Utrecht Oost een praktijk hebt. Kennis en vaardigheden met betrekking tot andere culturen, laaggeletterdheid en de verwevenheid van lichamelijke en sociale problemen zijn noodzakelijk. Daarnaast financiert het fonds veel projecten die de samenwerking in de wijken bevordert. Die samenwerking is nodig op allerlei terreinen; tussen zorgverleners onderling (deels al ondervangen in de GEZ-structuren: Geïntegreerde Eerstelijns Zorg; een samenwerkingsverband van huisartsen, fysio- en oefentherapeuten, apothekers, diëtisten, vroedvrouwen enzovoorts) en tussen zorgverleners en buurtteams. In die samenwerking is de laatste jaren veel vooruitgang geboekt.

Samenwerkingsprojecten in de wijk

De wijkapotheker

De wijkapotheker-farmacotherapeut van Overvecht Gezond werkt voor alle huisartsenpraktijken en apotheken. Het project heeft tot doel de samenwerking tussen de praktijken en apotheken in de wijk verder te verbeteren en de farmaceutische zorgverlening door te ontwikkelen. Onderwerpen zijn o.a. het gebruik van verschillende medicijnen (polyfarmacie) en medicijngebruik bij nierfunctiestoornissen. Ook wordt er vanuit het project scholing georganiseerd. Zo is er een bijeenkomst over medicatieoverdracht en -veiligheid georganiseerd waaraan huisartsen, apothekers en wijkverpleegkundigen uit de wijk deelnamen.

De Victor

Samenwerking  rondom een patiënt vergt goede afstemming, vooral als het complex wordt. Naarmate er meer zorg- en hulpverleners rondom een patiënt of cliënt betrokken zijn, wordt de afstemming ook complexer. Er is vaak onduidelijkheid over verantwoordelijkheden en rollen. Bij zeer complexe zorg stellen de samenwerkende zorg- en hulpverleners een ‘VICTOR’ aan. De naam VICTOR staat voor: Verantwoordelijkheid, Inventariseren knelpunten, Contact onderhouden, Taken verdelen, Overzicht houden, Reflecteren. De Victor is iemand die vooral de organisatorische en communicatieve zaken rondom de patiënt regelt. In principe kan iedereen die actief betrokken is rondom de patiënt Victor zijn. Doorgaans is het een van de zorg- of hulpverleners. Het kan ook de mantelzorger zijn en een enkele keer de patiënt zelf. Zorg- en hulpverleners en de Victor melden zich aan bij de huisarts. In de wijken Zuilen- Ondiep is men met de Victor gestart rondom kwetsbare ouderen. Hierin werken zorgverleners samen met buurtteams, wijkverpleegkundigen, thuiszorg, sociaal makelaars en anderen indien nodig, zoals bijvoorbeeld de woningbouwvereniging of de wijkagenten.

Dit project is ontstaan na een UFA-gefinancierde studiereis en werd eind 2016 beloond met de landelijke KNMP zorginnovatieprijs .

Projecten UFA voor de patiënten

Naast de ondersteuning van de huisartsen, steekt het UFA ook energie in de directe patiëntenzorg. Zo is iedere maand een huisarts te gast bij het programma “Utrecht Sociaal”, dat elke avond wordt uitgezonden op BingoFM. BingoFM is een zender van Radio M Utrecht en heeft een groot bereik in de arbeiderswijken in Utrecht en omgeving. In het programma komt aan bod wat het betekent als je moeilijk kunt lezen, rekenen of schrijven, en wat het effect kan zijn op je gezondheid en hoe moeilijk het dan kan zijn om je weg te vinden in de gezondheidszorg.

Nog in ontwikkeling is het ‘Uurgesprek’. Als een patiënt met een stapeling van problemen in de spreekkamer komt, is een standaardconsult van 10 minuten niet genoeg en ook een dubbel consult van 20 minuten is niet altijd genoeg. Een langer gesprek of een gesprek met overleg en uitzoekwerk dat erbij hoort, kan een huisarts nu niet declareren. Het UFA is met zorgverzekeraars en gemeente in overleg om, onder bepaalde voorwaarden, de mogelijkheid van een betaald ‘ uurgesprek’ in de achterstandswijken te kunnen invoeren.